Ik heb veel gelezen, gezocht en gevonden op het internet, geluisterd naar mensen die de tocht al maakten, gevraagd, ... Ik bezocht het infopunt van de Vlaamse Compostelagenootschap, was aanwezig op de infodag in Neerpelt, ben in het bezit van de geloofsbrief en het stempelboekje en kreeg de pelgrimszegen in de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen op 25 februari, waar ik de schelp kreeg en Anke het takkenbosje.
Ik investeerde in degelijke schoenen en sokken, een goede rugzak, een Goretex vest en wat gepaste kledij, natuurlijk alles lichtgewicht, sneldrogend, absorberend, enz....
En ik wandelde natuurlijk. Begon met 5-10 km, en bouwde op tot 2x/week 20-25 km.
De laatste dagen van de paasvakantie liep ik de vier eerste etappes van de GTA/Transardennaise, mét wandelstokken en met geladen rugzak zoals ik die ook zal moeten dragen op de Camino. Daar heb ik ondervonden dat ik een luxe-wandelaar was, niet wat betreft afstand maar ondergrond en hoogteverschillen.
De Brabantse kouters, het Zoniënwoud en de groene gordel rond Brussel zijn peanuts vergeleken met de "echte d' Ardennen"! Ik zal dus afzien onderweg, om te beginnen om de Pyreneeën over te steken. Als start kan dat tellen!
Ik zal het in ieder geval rustig aan doen, zeker in het begin. Maar! "de weg is het doel".
Hieronder nog het prachtige gedicht van A. Machado (uit "Cantares y proverbios)
Todo pasa y todo queda,
pero lo nuestro es pasar, pasar haciendo caminos, caminos sobre el mar.
Nunca
perseguí la gloria,
ni dejar en la memoria de los hombres mi canción.
Yo amo
los mundos sutiles,
ingrávidos y gentiles, como pompas de jabón.
Me
gusta verlos pintarse
de sol y grana, volar bajo el cielo azul, temblar súbitamente y quebrarse...
Nunca
perseguí la gloria.
Caminante,
son tus huellas
el camino y nada más; caminante, no hay camino, se hace camino al andar.
Al
andar se hace camino
y al volver la vista atrás se ve la senda que nunca se ha de volver a pisar.
Caminante
no hay camino
sino estelas en la mar...
Hace
algún tiempo en ese lugar
donde hoy los bosques se visten de espinos se oyó la voz de un poeta gritar: “Caminante no hay camino, se hace camino al andar...”
Golpe a
golpe y verso a verso...
Murió
el poeta lejos del hogar.
Le cubre el polvo de un país vecino. Al alejarse le vieron llorar. “Caminante no hay camino, se hace camino al andar...”
Golpe a
golpe y verso a verso...
Cuando
el jilguero no puede cantar.
Cuando el poeta es un peregrino, Cuando de nada nos sirve rezar. “Caminante no hay camino, se hace camino al andar...”
Golpe a
golpe y verso a verso...
¿Para
qué llamar camino
a los surcos del azar? Todo el que camino anda como Jesús, sobre el mar. |
Alles gaat voorbij en alles blijft,
maar ons lot is voorbijgegaan, voorbijgaan en weg afleggen, wegen over zee.
Nooit heb ik roem nagestreefd
noch de mensen mijn lied willen inprenten.
Ik hou van subtiele werelden,
gewichtloos en vriendelijk, als zeepbellen.
Ik hou ervan om te zien hoe ze
in de zon rood kleuren, vliegen onder de blauwe hemel, onverwacht trillen en uit elkaar spatten.
Nooit heb ik roem nagestreefd.
Reiziger, het zijn je sporen
de weg en verder niets; reiziger, er is geen weg, de weg maak je zelf door te gaan.
Stappend maak je de weg
en als je achterom kijkt zie je het pad dat je nooit meer zult betreden.
Reiziger, er is geen weg
slechts schuimsporen op zee…
Enige tijd geleden hoorde men op deze plaats,
waar nu een doornbos staat
de stem van een dichter die riep: “Reiziger, er is geen weg, de weg maak je zelf door te gaan…”
Stap voor stap en regel voor regel…
De dichter stierf ver van huis, bedekt door het
stof van een naburig land. Toen men van die plek wegliep hoorde men hem
wenen:
“Reiziger, er is geen weg, de weg maak je zelf door te gaan…”
Als de vink niet kan zingen.
Als de dichter een pelgrim is. Als bidden ons niets oplevert. “Reiziger, er is geen weg, de weg maak je zelf door te gaan…”
Waarom de sporen van het toeval
wegen noemen? Ieder die stapt, gaat vooruit, als Jezus, over zee. |