vrijdag 23 januari 2015

een nieuw jaar, een nieuwe camino = wishful thinking?

Het smaakt naar nog!
In de "epiloog" na mijn Camino Francés (2012), toen er voor het eerst sprake was van mijn caminovirus, schreef ik reeds over de Via de la Plata. Dit is een tocht van Sevilla naar Santiago de Compostela, langs de 2000 jaar oude Romeinse weg die het zuiden van Spanje met het noorden verbindt. Deze Vía de la Plata wordt ook wel eens de Camino Mozarabe genoemd, althans een deel ervan.
De betekenis van deze Vía de la Plata wordt op verschillende manieren verklaard, al dan niet volgens volkse overlevering of historisch evidence based:
- meestal vertaalt men de "Plata" als "zilver", vandaar de veel gehoorde en gelezen benaming "zilverroute"; dit blijkt echter niet juist te zijn, ook al werd o.a. zilver, naast andere goederen, langs deze weg vervoerd
- in de 16de en 17de zag men het woord "plata" als een afleiding van het Latijnse Lata of het Griekse plateia, woorden die allebei "breed" betekenen
- ethymologisch wordt nu aangenomen dat de naam van de weg afkomstig is van het Arabische BaLaTa, en betekent "betegelde of geplaveide weg". De Moren hebben, na hun inval Spanje, de Romeinse heirbanen BaLaTa genoemd om ze te onderscheiden van de ruiterpaden die uit gestampte aarde bestonden. In het spraakgebruik werd BaLaTa  Blata en daarna Plata
Historici menen dat deze weg reeds in de prehistorie gevormd werd op een natuurlijke manier. De oermensen zouden, op zoek naar steeds nieuwere plaatsen om hun vee te laten grazen, de weg geleidelijk gebaand en gebruikt hebben. Archeologische bevindingen wijzen uit dat er reeds lang vóór onze tijdrekening commerciële activiteiten bestonden tussen de inwoners van het binnenland van Iberië en het kustgebied.
De systematische aanleg van de noord-zuidroute, de latere Ruta de la Plata, gebeurde onder de Romeinse keizers. (naar Mireille Madou).

Onderstaande kaarten moeten de Vía de la Plata illustreren: van Sevilla naar Santiago de Compostela, een traject van om en bij de 1000 km, door Andalucía (Sevilla), Extremadura (Bádajoz en Cáceres), Castilia y Léon (Salamanca en Zamora) en Galicia (Orense, Pontevedra en A Coruña). In Zamora zijn 2 mogelijkheden om Santiago te bereiken: ofwel naar Astorga om daar de Camino Francés te vervoegen, ofwel verder naar het westen over La Gudiña, Laza en Orense, = de Camino Sanabrés, zoals onderstaande kaarten duidelijk zouden moeten maken



Wishful thinking?
Natuurlijk zie ik het niet zitten om deze 1000 km in één trek af te leggen - zo lang kan ik immers niet van huis weg. Ik zal dus een beslissing moeten nemen. Ik zou graag nog eens naar Extremadura gaan (te veel mooie herinneringen - toch - Irene, Juul, Sabine, Robin -:) (!) en zeker in de dehesa wandelen. Ik zou dan in Cáceres kunnen vertrekken, en dan gaat het om 700 km, of in Salamanca, dan is het 500 km, maar dan mis ik Extremadura. Ik zou ook 2x500 km kunnen afleggen, van Sevilla tot Salamanca bijvoorbeeld en volgend jaar het resterende deel. Ik ben er nog steeds niet uit.
Ik zou graag nog één keer in Santiago aankomen. Ik moet ook niet te lang wachten, de leeftijd is er tenslotte.
Er zijn ook een aantal moeilijkheden op deze camino waar ik een oplossing moet voor zoeken, nl. de lengte van sommige etappes (tot 38-40 km) zonder mogelijkheid tot een tussenstop of bevoorrrading - vooral drinken (misschien komt daar in de komende tijd verandering in?).
Van Anke kreeg ik alvast een (jammer genoeg franstalige recente , maar zelf gevraagde) gids.

Tijdens mijn zoektocht kwam ik terecht op een Caminoforum (één van de vele?) en daarin was sprake van overvallen op de Vía de la Plata, even buiten Sevilla, in het voorjaar van 2014. Twee gemaskerde mannen hadden het blijkbaar gemunt - gewapend nog wel - op geld en andere waardevolle spullen van eenzame pelgrims, lees "kwetsbare vrouwen alleen op pad". Na een tijdje werden ze gevat.
Wat betekent dat nu en wat moet je met zulke informatie? Moet ik me daardoor (meer) bedreigd voelen? Door de eeuwen heen, en zeker in de Middeleeuwen, zijn pelgrims op weg naar Santiago dikwijls slachtoffer geworden van roofovervallen en zelfs van moorden. En in onze huidige tijd zal dat niet anders zijn, de moorden buiten beschouwing gelaten. De Camino is immers een afspiegeling van het leven, met mensen van alle slag, van over de hele wereld, allemaal vreemden die nu eenmaal dezelfde weg afleggen, met al hun luxeproducten en geavanceerde technologische snufjes. Laat ons niet naïef zijn: pelgrims zijn geen heiligen, en de plaatselijke bevolking ook niet.
Van de honderdduizenden die de laatste decennia de Camino liepen, zijn slechts weinigen overvallen en beroofd. Natuurlijk zijn er overal mensen met minder goede bedoelingen - ik denk nu even aan de man met de zogenaamde beschadigde/gebroken bankkaart die mensen geld aftroggelde en die ik tijdens mijn Camino Francés ontmoette. En natuurlijk zijn pelgrims soms nonchalant met hun persoonlijke bezittingen: een smartphone die onbeheerd aan het opladen is, een portefeuille die achteloos op bed blijft liggen, een fototoestel op een tafeltje op een terras terwijl de eigenaar even naar toilet is, .... Het zijn allemaal dingen die ik heb gezien - en de gelegenheid maakt toch de dief, niet? En in elke stad lopen gauwdieven rond, dat weet iedereen.
De heilige Jacobus kan de pelgrims geen spirituele immuniteit bieden, noch beschermheilige zijn van elke individuele pelgrim op weg naar zijn (zogenaamde) graf!
MAAR!!! De weldoeners blijven in grote getale aanwezig zoals ikzelf meermaals aan de lijve heb ondervonden. Ik vergeet de goede bedoelingen van mensen niet, evenmin als de grote solidariteit die stilaan onder de pelgrims groeit én de vrijwillige inzet van de vele hospitaleiros.
Ik zal voorzichtig zijn!