woensdag 12 augustus 2015

gemist

Tijd om nog eens een bericht te schrijven en te publiceren.
Ik vertelde reeds dat ik Martin op een paar uur na gemist heb, en wat blijkt nu? Ook Winnie en Jorgen uit Denemarken, die ik vorig jaar op de Camino Portugués ontmoette, samen met Martin , heb ik  op een  haar na gemist; ik wist dat zij herbegonnen waren na hun stopzetting vorig jaar omwille van blaren (mail) - en zij zijn op 27 mei in Santiago aangekomen, stonden in de rij aan het pelgrimsbureau op dezelfde dag als ik (28/05). Jacobus kan veel, maar deze ontmoetingen waren blijkbaar te moeilijk :-) !

Intussen kreeg ik mooie foto's toegestuurd van Stephen (Malta) en Monika en Carsten (Duitsland). Met hun toestemming ga ik er hier enkele van gebruiken. Ook wat meer "mensen" dan op mijn foto's.


ik in de dehesa
en op eenzame wegen






Nederland-Duitsland in Oseira, met een kleine Antwerps-Hollandse toets




eenzame (?) pelgrim




de plaatselijke bars/cafés zijn dé ontmoetingsplaats voor de pelgrims; soms heel eenvoudig, meestal heel rumoerig en lawaaierig door het gepraat/geroep van de lokale bevolking of de arbeiders. Van 's morgens vroeg (soms al vóór 7 u) staan meerdere breedbeeldtelevisietoestellen aan, brengen het ochtendnieuws of sportwedstrijden, telkens opnieuw en opnieuw. Ze zijn niet alleen de ontmoetingsplaats voor de pelgrims die komen ontbijten, maar ook voor de inwoners om een straffe koffie te drinken en de krant te lezen - meestal op zijn minst een provinciale of lokale krant én een sportktant (As of Marca), eventueel zelfs een El Païs. Rond de middag wordt dan een biertje of glaasje wijn genuttigd met een tapa en eventueel een vluggertje op één van de gokmachines, die in Spaanse cafés nog steeds populair zijn; Locals krijgen steevast voorrang (hoe zouden we zelf zijn?). In de namiddag is het de verzamelplaats van de oudere mannen die domino spelen.En 's avonds komen de Spanjaarden in grote getale afgezakt naar de bars om veel lawaai (naar mijn normen althans) te maken.





nog een voorbeeld van de staat van het wandelpad en de omgeving; en ik maar zwoegen en puffen


Solveig uit Denemarken, vertrokken in Sevilla. Haar kwam ik geregeld tegen, soms met een week tussenin

Kleurrijke figuren kom je op zo'n tocht tegen, zoals het Finse koppel Saraa en Arto met wie ik de eerste dag al kennismaakte: zij is precies 4 dagen ouder dan ik (weet ik van de hospitalero van Carcaboso die mij de inschrijvingslijst toont). Arto praat wat moeizamer Engels dan Saraa, en benadrukt elke zin of vraag met een wijzend vingertje. Zij houden er altijd een gezwinde pas op na, zij altijd met een wapperende lange rok. Zij waren mijn dagelijkse gezellen in de albergue of het restaurant tot Fuenterroble de Salvatierra. Salamanca was hun eindpunt.

Of de twee Franse broers die met hun oom Henri ( 77 jaar, priester) op stap zijn, vertrokken in Sevilla. Ik ontmoette hen voor het eerst in Salamanca, en daarna dagelijks gedurende een dikke week. De twee broers stappen samen, nonkel Henri doet het in zijn eigen ( =trager) tempo. Hij draagt een - volgens mij te zwaar geladen - rugzak die helemaal scheef hangt. Hij stapt moeizaam, heeft ademhalingsproblemen en is één van de weinigen die ik geregeld inhaal. Hij draagt een short met elastieken taille die hij met bretellen ophoudt.

Of zoals Martha, een 70-jarige New-Yorkse, die in Salamanca startte. Zij heeft thuis een "parttime boyfriend" en noemt zichzelf de "snale" van de Camino.


En dan is er deze: Mr. Snelgrim noem ik hem, een Spanjaard die de laatste week alomtegenwoordig was; met zijn snelwandelpas steekt hij iedereen voorbij, maakt ook in sneltempo foto's van al wat hij ziet, spreekt Spaans waar ik geen jota van begrijp, duikt overal uit het niets op en toch is hij elke dag in dezelfde albergue als ik - waarschijnlijk uren eerder


ouders met dochter die de ultieme 100 km afleggen





het was mei, dus leggen alle vogels een ei, ook de ooievaars, die alomtegenwoordig zijn, op de meest vreemde plaatsen





Geen opmerkingen:

Een reactie posten