woensdag 30 mei 2012

Cruz de Ferro

Om 6u is de helft al weg. Maar dat deert niet, laat ze maar lopen.
Ik heb kunnen genieten van al wat er te zien, te horen en te ruiken valt. Prachtige natuur, uitgestorven dorpjes, sneeuw op de bergen, windmolens, ... wat wil je nog meer.




een oude openbare wasplaats


origineel vervoermiddel (valsspelers)



witte brem






het Cruz de Ferro



De klim ernaartoe het valt al bij al mee; de afdaling is echter wat anders. Ik laat mijn meegebrachte steentje achter op de hoop zoals de traditie het wil. Het Cruz de Ferro (Hierro - ijzeren kruis) is één van de meest symbolische plaatsen op de Camino; het is tegelijk het hoogste punt = 1500 m. De steen die je achterlaat (en bij voorkeur van thuis meebrengt) staat symbool voor wat je in het leven achterlaat, je zorgen, je problemen, ... en voor het nieuwe begin. Een ander verhaal zegt dat door het gooien van de steen bescherming gevraagd wordt voor de reis.


uurwerk



vreemd tafereel in Manjarín, een dorp in ruïnes met alleen een primitieve albergue zonder voorzieningen


zo ziet de weg eruit



en hier staat nog een verrassing. fruit, fruitsap, voor een donativo




de enige straat in El Acebo

Vanavond kookt Dario, een Italiaan die ik al enkele dagen zie voor de hele groep. Ook Bridget, de Ierse van in Orisson, trekt al een aantal dagen mee op.
El Acebo, een dorp dat, zoals zovele anderen, leeft van de Camino, is het begin van El Bierzo, een natuurstreek met microklimaat waar de Leonezen trots op zijn (zoals Las Hurdes).
Zonet (17u30) komen de Texanen hier aangestapt; hen had ik niet meer gezien sinds Agés.

dinsdag 29 mei 2012

daar zijn ze weer!


ja, ze zijn terug, de windmolens. Tientallen staan er hier in het rond


Vandaag 20 km van Astorga naar Rabanal del Camino, na de lange tocht van gisteren en vóór de zware klim naar het Cruz de Ferro van morgen.
Gedaan met de meseta, met de páramo. De bergen komen eraan. Het landschap verandert ook; mooi, de geuren van de kruiden, de planten en de bloemen waaien  met een zacht briesje in de neus. Alles groeit er: lavendel, tijm, rozemarijn, munt, braamstruiken, wilde kamperfoelie, rozenbottels, distels, brem, en nog veel andere dingen waarvan ik de naam niet ken. Voor mij was de vegetatie in de Sierra de Albarracín tot nu toe de mooiste, maar deze moet zeker niet onderdoen.
De laatste paar km is de weg in vreselijke staat, losse stenen en enorme wortels. Wat heb ik gevloekt! De rugzak woog dubbel zo zwaar. Neen, het is niet allemaal rozengeur en maneschijn op de Camino.
Maar het aankomen in de albergue Gaucelmo, gerund door de engelse Confraternity of Saint James doet deugd. De hospitalera en haar dochter zijn oerengelse dames die aan liefdadigheid doen (ik denk nu aan Mrs Boucquet, maar dan in positieve zin. Alles is kraaknet, wegwerplakens, enorme tuin én de 5-o-clock tea met biscuits.
Dit is een dorp van niets, maar er zijn wel 4 albergues, 3 restaurants, een hostal, een casa rural en een winkeltje met het allernoodzaklijkste.








en ginder zoekt een ooievaar naar breedsmoelkikkers

maandag 28 mei 2012

Astorga


de tafel wordt op straat gezet


bewegwijzering in León


de kathedraal, waarvan het voorportaal in de richting van Jeruzalem wijst




de Colegiata de San Isidoro


in mei leggen alle vogels een ei


stadswallen van León



ook Gaudí was hier, en ik mocht even meekijken naar zijn ontwerp



Parador van San Marcos


en deze arme pelgrim zit ervóór


bodega´s


zomaar in een dorp


en dit ook


en dan de verrassing: een weldoener van de Camino zet gewoon koekjes en snoep aan de deur


Edward Scissorhands was here

Vandaag weer een dag evenwijdig met de N120.
Mooi en aangenaam is Hospital/Puente de Órbigo met de oude romeinse brug die beroemd werd door volgend feit in 1434. een ridder uit León, Don Suero de Quiñones, organiseerde een toernooi waarin hij elke ridder uitdaagde die over de Jacobsweg ging om 3 lansen te breken tegen die van hem en zijn 9 adjudanten. De aanleiding: een liefdesbelofte die hij aan een dame had gedaan waardoor hij zich verplicht had een ijzeren ring om zijn nek te dragn en waar hij vanaf wilde. Een maand lang vochten Don Suero en de zijnen met iedereen die in de buurt kwam.. Toen die opschepperij achter de rug was gingen ze allemaal op pelgrimstocht naar Santiago waar Don Suero de apostel een gouden armband van de onbekende dame schonk. Zo gauw ze de brug over waren stonden de pelgrims bij het hospitium van de Hospitaalridders van Sint-Jan van Jeruzalem.



dit is deze brug


de Páramo, met in de verte sneeuw op de toppen van de Montes de León


en ook dit


Alto de Santo Toribia, met in de verte Astorga


en wat dichterbij


de kathedraal van Astorga


en ook hier was Gaudí


het ayuntamiento


Astorga is blijkbaar de chocoladestad van Spanje, niet alleen van chocolade, maar van allerlei zoetigheden.

Vanmorgen meegemaakt: ergens onderweg staat een Koreaan die mij niet lang daarvoor is voorbijgestapt te praten met een man die in de tegenovergestelde richting stapt. Die man is blijkbaar een pelgrim (met rugzak). Ik stop en vraag of er iets mis is. De Koreaan staat met een biljet van 50 euro in zijn hand, klaar om het hem te geven. De man vertelt dat hij in het dorp geld wilde afhalen aan een automaat en dat zijn kaart afgebroken is; hij haalt inderdaad een kapotte kaart te voorschijn. Waarom stapt die man weg van het dorp waar hij geld wilde afhalen?
Vreemd verhaal, maar ik had wel al gehoord van mannen op de Camino die mensen geld willen aftroggelen; ik denk trouwens dat ik dat ook gelezen heb in het boek "praktisch pelgrimeren".