Ik slaap de laatste nacht slecht in het Seminario Mayor, bang om mij te overslapen !!!! Ik heb namelijk afgesproken met Harrie en René om 6u30 aan de deur van hun hostal, waar een taxi ons komt ophalen voor een rit naar de luchthaven - voor 7 euro elk brengt die ons in 20 minuten (daar heb ik een halve dag voor nodig) naar Labacolla. Veel te vroeg natuurlijk, maar zij willen er zeker 2 u op voorhand zijn. En als pelgrim heb ik wel geleerd geduld te hebben. Veel pelgrims, sommigen nemen hun rugzak zelfs als handbagage mee. Vueling is daar blijkbaar heel mild in, bij Ryanair zou het niet waar zijn.
Maar goed, stipt om 9u35 stijgen we op (het vliegtuig zit nagenoeg vol) en om 11u35 landen we, met heel veel turbulenties, in Zaventem. Niet te geloven dat bijna 2000 km kan afgelegd worden in 2 uur, ik stapte 28 dagen over 700 km!!! De rugzak ophalen, afscheid nemen van de bekenden, een koffie drinken, toiletbezoek en op zoek naar het treinstation.
Om 13u30 draai ik de sleutel om, in de regen, en ben ik thuis.
zondag 31 mei 2015
vrijdag 29 mei 2015
Alles is op
Na welgeteld 4 weken stappen is bijna alles op: de zeep, de tandpasta, de zonnecrème, de bodymilk helemaal (ik gebruik nu handcrème - kleiner formaat = minder gewicht), de papieren zakdoeken, .... De hielen van mijn schoenen zijn helemaal afgesleten - tijd om naar huis te gaan? Mijn wenkbrauwen zijn helemaal wit/geel en ik heb allemaal witte streepjes rond mijn ogen, ik lijk wel de kerstman of de sint.
Om 10u45 ben ik in de kathedraal om kaarsen aan te steken, Jacobus te omarmen en een goede zitplaats voor de pelgrimsmis te bemachtigen (als je later toekomt is de kans klein nog een zitplaats te vinden). De kathedraal zit stampvol, er is vandaag ook een gelegenheidskoor te gast zodat de non van dienst (nog steeds dezelfde) niet te veel werk heeft. Ze heeft een prachtige stem!
En de Botafumeiro? Hij zwaaide natuurlijk! Wie niet weet wat de Botafumeiro is moet maar naar mijn eerdere camino´s gaan kijken en lezen, en zeker eens kijken op youtube voor het spektakel en de bijhorende muziek.
Aase (Denemarken) en Annemarie (Australië) teruggezien, na meer dan een week . En zonet nam ik afscheid van de 4 taterende maar ó zo lieve vrouwen uit Barcelona. Ik ben ook op zoek gegaan naar René en Harrie om af te spreken om morgen samen met de taxi naar de luchthaven te gaan. Natuurlijk vind ik ze ergens, dat is nu eenmaal zo in Santiago.
Ik ga ook naar de albergue Mundoalbergue, waar ik vorig jaar Faith, Susanna en Martin terugzag na een week. Ik vraag of Martin er is, en wat blijkt? Hij is vanmiddag naar huis vertrokken! Het was te mooi geweest moest ik hem nog gezien hebben. Al die tijd is hij mij twee of drie dagen vóór geweest, ik zag zijn boodschap in de gastenboeken van verschillende albergues. Martin is een Ier met wie ik op de Camino Portugués gedurende dagen meegestapt ben (zie aldaar) en van wie ik sindsdien niets meer gehoord had. Jacobus´ wegen zijn ondoorgrondelijk!
Om 10u45 ben ik in de kathedraal om kaarsen aan te steken, Jacobus te omarmen en een goede zitplaats voor de pelgrimsmis te bemachtigen (als je later toekomt is de kans klein nog een zitplaats te vinden). De kathedraal zit stampvol, er is vandaag ook een gelegenheidskoor te gast zodat de non van dienst (nog steeds dezelfde) niet te veel werk heeft. Ze heeft een prachtige stem!
En de Botafumeiro? Hij zwaaide natuurlijk! Wie niet weet wat de Botafumeiro is moet maar naar mijn eerdere camino´s gaan kijken en lezen, en zeker eens kijken op youtube voor het spektakel en de bijhorende muziek.
in de markthal was ik nooit eerder
daar hangt de Botafumeiro
hier wordt hij aangestoken
en hier zwaait hij
Aase (Denemarken) en Annemarie (Australië) teruggezien, na meer dan een week . En zonet nam ik afscheid van de 4 taterende maar ó zo lieve vrouwen uit Barcelona. Ik ben ook op zoek gegaan naar René en Harrie om af te spreken om morgen samen met de taxi naar de luchthaven te gaan. Natuurlijk vind ik ze ergens, dat is nu eenmaal zo in Santiago.
Ik ga ook naar de albergue Mundoalbergue, waar ik vorig jaar Faith, Susanna en Martin terugzag na een week. Ik vraag of Martin er is, en wat blijkt? Hij is vanmiddag naar huis vertrokken! Het was te mooi geweest moest ik hem nog gezien hebben. Al die tijd is hij mij twee of drie dagen vóór geweest, ik zag zijn boodschap in de gastenboeken van verschillende albergues. Martin is een Ier met wie ik op de Camino Portugués gedurende dagen meegestapt ben (zie aldaar) en van wie ik sindsdien niets meer gehoord had. Jacobus´ wegen zijn ondoorgrondelijk!
donderdag 28 mei 2015
Blijde intrede
De ultieme 21 km! De gevreesde klim terug uit het dal blijkt toch niet zo erg te zijn.
Binnenkomen in Santiago is deze keer aangenaam, het blijft heel lang platteland en dan zie ik in de verte Santiago liggen en de torens van de kathedraal. Ik kom ook voorbij de plaats waar op 24 juli 2013 dat treinongeluk gebeurde met zoveel slachtoffers - de brug over de spoorlijn is een ware herdenkingsplaats voor de slachtoffers met allerlei aandenkens, boodschappen, foto's, bloemen, schelpen, enz....
Ik was blijkbaar vergeten hoe druk het in Santiago kan zijn met alle toeristen, schoolgroepen, aankomende en reeds aangekomen pelgrims, sommigen nog heel fit, anderen strompelend. Aan het pelgrimsbureau is het aanschuiven voor de Compostela. Ik haal er zo de nieuwelingen uit. Verder is alles hetzelfde : de gaitero speelt nog altijd op zijn doedelzak onder de Arco de Palacio , de mimespelers, de bedelaars, de junkies, de stalletjes en de restaurants, de souvenirwinkels, .........
Ik herinner me nog zo goed toen ik hier de eerste keer op het plein voor de kathedraal aankwam in de regen en een heel eenzaam gevoel had toen ik daar moederziel alleen stond. Nu schijnt de zon en er zijn zo veel bekenden.
's Avonds ga ik met Monika en Carsten aperitieven in de parador en daarna eten in de kelder van de parador - het mag wel wat meer zijn na alle ontberingen. Overal muziek op de pleinen en in de straten. Santiago leeft!!!!
Binnenkomen in Santiago is deze keer aangenaam, het blijft heel lang platteland en dan zie ik in de verte Santiago liggen en de torens van de kathedraal. Ik kom ook voorbij de plaats waar op 24 juli 2013 dat treinongeluk gebeurde met zoveel slachtoffers - de brug over de spoorlijn is een ware herdenkingsplaats voor de slachtoffers met allerlei aandenkens, boodschappen, foto's, bloemen, schelpen, enz....
nog even onderweg
nog 5,775 km en ik ben er
hier heeft iemand zijn schoenen te vroeg achtergelaten - misschien op blote voeten verder?
herdenkingsplek voor de slachtoffers
Ik herinner me nog zo goed toen ik hier de eerste keer op het plein voor de kathedraal aankwam in de regen en een heel eenzaam gevoel had toen ik daar moederziel alleen stond. Nu schijnt de zon en er zijn zo veel bekenden.
's Avonds ga ik met Monika en Carsten aperitieven in de parador en daarna eten in de kelder van de parador - het mag wel wat meer zijn na alle ontberingen. Overal muziek op de pleinen en in de straten. Santiago leeft!!!!
de gaitero houdt blijkbaar niet van foto´s
het 0 km-punt op de Praza do Obradorio
in de parador
Monika en Carsten in actie
woensdag 27 mei 2015
met mijn gat in de boter gevallen
De laatste dag in de natuur, morgen zal het anders zijn (binnenkomen in een grootstad). Langs dorpjes en gehuchtjes, langs velden en door bossen, alle ingrediënten zijn er voor een aangename tocht onder het waakzame oog van de tientallen windmolens op de omgevende bergen. De stilte wordt enkel verstoord door het groot geschut van tractoren, af en toe een dalend vliegtuig en het geratel van de Spanjaarden - ik hoor ze van ver afkomen. Ik vraag mij af waarover zij ganse dagen lopen te praten. Dat moet toch vermoeiend zijn. En voor de rest : gefluit van vogeltjes en de geur van eucalyptus, brem, eiken, dennen, kastanjelaars, bramen, vingerhoedskruid, vergeet-mij-nieten (half zo hoog als ik), reuzenberenklauwen, varens, en al wat je maar wil.
Ik ben nog nooit zo georganiseerd geweest : mijn bed voor vanavond is geregeld en ook voor de 2 nachten in Santiago heb ik gereserveerd. Mijn vlucht is geboekt en Harrie (Nederlandse Limburger) brengt mijn boardingpas mee; het kantoor gaat pas om 10 uur open (bij Vueling kan je blijkbaar maar online inchecken vanaf 3 dagen vóór vertrek ???????).
Sedert ik Galicia ben binnengestapt hebben 3 provincies er moeten aan geloven: O(u)rense, Pontevedra en hier 10 meter verderop staat de aanduiding dat ik in A Coruña ben, in het dorp Ponte Ulla.
Ik dacht hier in de private albergue O Cruceiro te overnachten, maar vlak over de brug van de rivier de Ulla staat Bar Rios, waar Monika en Carsten zitten. Tijd dus voor een drankpauze. De vrouw des huizes praat Duits met Monika en Carsten en we raken aan de praat (in het Spaans). Blijkt dat zij als kind in Duitsland heeft gewoond (zoals veel Spanjaarden). Als ik vraag waar de albergue is zegt ze dat ik ook hier kan slapen. Ik beslis daar maar op in te gaan en ik blijk met mijn gat in de boter te zijn gevallen: een kamer voor mij alleen, met propere lakens, handdoeken en zeep, privé-badkamer, en ze stelt zelfs voor mijn was in de machine te wassen. Leuk meegenomen, ben ik morgen fris (nou ja) om naar Santiago te stappen. Eten kan op gelijk welk moment en morgenvroeg kan ik ontbijten. Zij vraagt 12,5 euro (een grote pint krijg ik er gratis bij - avondmaal natuurlijk niet inbegrepen). In de vooravond toont zij mij de weg naar de oude spoorwegbrug omdat daar mooie foto´s te nemen zijn. Het avondeten is eens wat anders dan dat typische pelgrimsmenu of de menu del dia : ik eet voor de eerste keer puree, weliswaar uit een pakje maar het smaakt, en als dessert kies ik voor tarta de Santiago.
Ik heb ook eindelijk mijn paar kousen weggegooid met het gat erin; heel de tijd heb ik ze gedragen, wel omgekeerd (links = rechts) zodat het gat ter hoogte van mijn kleine teen zat, en die stak er niet door). Verder ook grote kuis gehouden in mijn rugzak en alle overtollige dingen weggedaan.
Hier vlakbij bevindt zich de Pico Sacro, een magische en legendarische berg die de wijde omgeving beheerst - 30 km in het rond. Van op de top zouden de torens van de kathedraal van Santiago te zien zijn 600m hoog torent hij boven de omgeving uit, een silhouet die dienst doet als natuurlijke baken en referentiepunt voor de pelgrim. Legio zijn de legendes die erover verhalen. Zo zouden de volgelingen van de heilige Jacobus de heerseres van de Heilige Berg, Raina Lupo, hulp gevraagd hebben bij het bergen van zijn lichaam. Zij stuurt hen naar de Pico Sacro waar zij belaagd worden door door woeste stieren en een draak. Zij viele op hun knieën en begonnen te bidden waardoor de stieren zo tam als een lammetje werden en de kist met het lichaam van Jacobus verder droegen tot de uiteindelijke bestemming (Campus Stellae - zie bericht "Het geheim", 2012). En vergeet niet dat over legendes geen vragen gesteld worden, m.a.w. legendes zijn waar!!! (vrije interpretatie naar C. Nooteboom).
tropische vegetatie
een knots van een eik
véééél eucalyptussen |
één eucalyptusboom
Ermita das Angustias, ook weer gesloten, in het gehucht San Miguel de Castro, waarna deze gemakkelijke wandeling afgesloten wordt met een "descenso endemoniado", volgens mijn Spaanse gids - heeft zijn naam niet gestolen, het is idd een helse afdaling, ditmaal niet over dikke keien of losse stenen, maar over een asfaltweg. Misschien overdrijf ik, maar het zou mij niet verwonderen als het dalingspercentage hier meer dan 22 % zou bedragen! Hier zouden ze de Vuelta eens moeten langssturen!!!! Maar dat loont natuurlijk niet, commercie gaat vóór en in zo´n godvergeten gat brengt dat niets op. Dat betekent natuurlijk dat morgen een klim volgt om uit dit dal te geraken. Dat belooft!!!
Ik ben nog nooit zo georganiseerd geweest : mijn bed voor vanavond is geregeld en ook voor de 2 nachten in Santiago heb ik gereserveerd. Mijn vlucht is geboekt en Harrie (Nederlandse Limburger) brengt mijn boardingpas mee; het kantoor gaat pas om 10 uur open (bij Vueling kan je blijkbaar maar online inchecken vanaf 3 dagen vóór vertrek ???????).
Sedert ik Galicia ben binnengestapt hebben 3 provincies er moeten aan geloven: O(u)rense, Pontevedra en hier 10 meter verderop staat de aanduiding dat ik in A Coruña ben, in het dorp Ponte Ulla.
Ik dacht hier in de private albergue O Cruceiro te overnachten, maar vlak over de brug van de rivier de Ulla staat Bar Rios, waar Monika en Carsten zitten. Tijd dus voor een drankpauze. De vrouw des huizes praat Duits met Monika en Carsten en we raken aan de praat (in het Spaans). Blijkt dat zij als kind in Duitsland heeft gewoond (zoals veel Spanjaarden). Als ik vraag waar de albergue is zegt ze dat ik ook hier kan slapen. Ik beslis daar maar op in te gaan en ik blijk met mijn gat in de boter te zijn gevallen: een kamer voor mij alleen, met propere lakens, handdoeken en zeep, privé-badkamer, en ze stelt zelfs voor mijn was in de machine te wassen. Leuk meegenomen, ben ik morgen fris (nou ja) om naar Santiago te stappen. Eten kan op gelijk welk moment en morgenvroeg kan ik ontbijten. Zij vraagt 12,5 euro (een grote pint krijg ik er gratis bij - avondmaal natuurlijk niet inbegrepen). In de vooravond toont zij mij de weg naar de oude spoorwegbrug omdat daar mooie foto´s te nemen zijn. Het avondeten is eens wat anders dan dat typische pelgrimsmenu of de menu del dia : ik eet voor de eerste keer puree, weliswaar uit een pakje maar het smaakt, en als dessert kies ik voor tarta de Santiago.
Ik heb ook eindelijk mijn paar kousen weggegooid met het gat erin; heel de tijd heb ik ze gedragen, wel omgekeerd (links = rechts) zodat het gat ter hoogte van mijn kleine teen zat, en die stak er niet door). Verder ook grote kuis gehouden in mijn rugzak en alle overtollige dingen weggedaan.
ook hier weer de hogesnelheidslijn
de oude brug over de Rio Ulla (vandaar de naam van het dorp)
dinsdag 26 mei 2015
Een slapende herderin
Ontbijten kan pas na 12 km en het smaakt. De bar in Lalín zit op een wip vol met pelgrims.
Van het ene gehucht naar het andere, het ene nog kleiner dan het andere, de koeienvlaaien en de geur zijn gratis.
Van het ene gehucht naar het andere, het ene nog kleiner dan het andere, de koeienvlaaien en de geur zijn gratis.
ergens in een tuin
het is warm en toch wordt er gestookt
En ergens aan de rand van de weg zit een herderin (met bril en pet) te slapen terwijl haar geiten rustig grazen.
Ik heb weer een bib gevonden om de foto's up te loaden.
Ik heb ook mijn terugreis geregeld, dat deed ik nog nooit, maar er moet nu wel veel gebeuren of ik moet veel pech hebben om niet tegen donderdag in Santiago aan te komen.
Ik zit nu in Silleda, na weer een tocht van 28 km.
.
maandag 25 mei 2015
Gelukkige verjaardag Stef
Gisteren was er nergens WiFi, noch onderweg noch 's avonds. Dus maar wat commentaar over de laatste 2 dagen. Het verlaten van O(u)rense ging vrij vlot maar daarna begon een vreselijk steile beklimming waar geen eind aan kwam. De deur van het kerkje van Cudeiro staat open (het is zondag) en de pastoor nodigt mij uit hem te volgen naar de sacristie waar ik een stempel krijg - hij is geïnteresseerd in waar ik vandaan kom en hij wenst mij "mucha suerte" en "Dios te acompañe".
Veel volk onderweg, veel nieuwe gezichten - de laatste 100 km!!!! Want zo ver is het idd : geen 100 meer te gaan. Groepjes luid pratende Spanjaarden. Een ganse dag op en af, op het einde kon ik geen helling meer zien. De albergue van Cea is een (aan de binnenkant gerenoveerd) huis in de typische architectuur van de Galicische dorpen. Cea is ook bekend als brooddorp, en dan heel speciaal voor het volkorenbrood - overal verwijzingen naar broodovens .
Vanmorgen dan is er keuze : een lange of een korte weg - ik kies voor de lange om het Monasterio de Oseira te zien, ook bekend als het "Escorial de Galicia". Het is indrukwekkend en een geleid bezoek leert ons (de bezoekers zijn allen bekende pelgrims, voor de rest geen kat te zien) dat er nog slechts 12 monniken in het klooster leven (Cisterciensers). Eén van hen, diegene die de tickets verkoopt en het winkeltje openhoudt geeft mij een zelfgeschilderd kaartje. Veel kloostergangen en patio's, zelfs een kruidentuin.
Waarom maak ik het mezelf toch niet gemakkelijker, want het is weer veel op en af.
Castro Dozón, klinkt groot maar is uiteindelijk niet meer dan vergane glorie langs de N525. De albergue is ondergebracht in het vroegere sportcentrum in de plaats van een restaurant. Het zwembad en de speeltuin liggen er verwaarloosd bij. Voor 10 euro heb ik een kamer voor mij alleen, geen gesnurk dus vannacht. Er is een bar en een restaurant in het dorp, waar niets meer te krijgen valt. Gelukkig is er een achterafwinkeltje voor de inkopen. Het wordt weer pasta met tomatensaus met groenten en tonijn. In wat vroeger een professionele keuken was is nog 1 vuur bruikbaar. Ook anderen hebben gekookt en al wat over is wordt aan nog anderen aangeboden.
Veel volk onderweg, veel nieuwe gezichten - de laatste 100 km!!!! Want zo ver is het idd : geen 100 meer te gaan. Groepjes luid pratende Spanjaarden. Een ganse dag op en af, op het einde kon ik geen helling meer zien. De albergue van Cea is een (aan de binnenkant gerenoveerd) huis in de typische architectuur van de Galicische dorpen. Cea is ook bekend als brooddorp, en dan heel speciaal voor het volkorenbrood - overal verwijzingen naar broodovens .
een horreo van zijn sokkel gevallen
de albergue van Cea
en dit staat naast een kleine kerk in één van de dorpjes; ik kom er om klokslag één en in plaats van dat de klokken luiden galmt de "Ode aan die Freude" van Beethoven
symbool van de bakkers van Cea
Torre del Reloj in Cea
Vanmorgen dan is er keuze : een lange of een korte weg - ik kies voor de lange om het Monasterio de Oseira te zien, ook bekend als het "Escorial de Galicia". Het is indrukwekkend en een geleid bezoek leert ons (de bezoekers zijn allen bekende pelgrims, voor de rest geen kat te zien) dat er nog slechts 12 monniken in het klooster leven (Cisterciensers). Eén van hen, diegene die de tickets verkoopt en het winkeltje openhoudt geeft mij een zelfgeschilderd kaartje. Veel kloostergangen en patio's, zelfs een kruidentuin.
Waarom maak ik het mezelf toch niet gemakkelijker, want het is weer veel op en af.
het klooster van Oseira
één van de oudste Mariabeeldjes, met Jezus aan de borst: Virgen de la leche
Oseira is zelfs geen dorp, er is wel een bar met een norse bazin; ze zou blij mogen zijn met al die pelgrims over de vloer; een aantal maken er een snipperdag van en blijven overnachten in het klooster, zo ook Marga uit Nederland en Solveig. Hier zien jullie Patrick (uit Antwerpen maar woont al meer dan 25 jaar in Nederland) en Monika, + de rugzakken van al de anderen. Een rijdende levensmiddelenwinkel komt net aan en iedereen vliegt er naartoe.
Castro Dozón, klinkt groot maar is uiteindelijk niet meer dan vergane glorie langs de N525. De albergue is ondergebracht in het vroegere sportcentrum in de plaats van een restaurant. Het zwembad en de speeltuin liggen er verwaarloosd bij. Voor 10 euro heb ik een kamer voor mij alleen, geen gesnurk dus vannacht. Er is een bar en een restaurant in het dorp, waar niets meer te krijgen valt. Gelukkig is er een achterafwinkeltje voor de inkopen. Het wordt weer pasta met tomatensaus met groenten en tonijn. In wat vroeger een professionele keuken was is nog 1 vuur bruikbaar. Ook anderen hebben gekookt en al wat over is wordt aan nog anderen aangeboden.
Abonneren op:
Posts (Atom)